Psilocine

Psilocin is een zogenaamde indool-alkaloïde. Het is de verbinding die in de grootste mate verantwoordelijk is voor de psychedelische effecten van zowel paddo’s als zogenaamde magic truffles (sclerotia). De geestveranderende effecten van psilocine zijn zeer verschillend, maar lijken op die van LSA, LSD, Mescaline en DMT.

Psilocine moet niet verward worden met psilocybine. Wanneer gesproken wordt over de werking van paddo’s of truffels, dan wordt vaak psilocybine gebruikt om aan te duiden welke werkzame stof aanwezig is in deze producten. Ons huidige begrip is echter dat psilocybine zelf een inactieve stof is, maar in het lichaam snel wordt omgezet in psilocine. Laatstgenoemde zorgt er uiteindelijk voor dat de psychedelische effecten merkbaar worden.

Chemie

Psilocine en zijn grote neef psilocybine werden voor het eerst geïsoleerd en benoemd in 1958 door de Zwitserse chemicus Albert Hofmann. Hofmann verkreeg de chemicaliën van in het laboratorium gekweekte exemplaren van de entheogene paddestoel Psilocybe mexicana. Hofmann is er uiteindelijk tevens in geslaagd om de synthetische routes naar deze chemicaliën te vinden. Psilocine kan worden verkregen door zogenaamde defosforylering van natuurlijke psilocybine onder sterk zure of onder alkalische omstandigheden. Defosforylering verwijdering van een fosfaat uit een organische verbinding. Hofmann’s werkgever Sandoz bracht pure psilocybine op de markt en verkocht deze aan artsen en clinici over de hele wereld voor gebruik in psychedelische psychotherapie.

Alhowel psilocybine en psilocine dus veel met elkaar verward worden, zijn de twee op moleculair niveau twee verschillende stoffen. Psilocybine verwijst namelijk naar het molecuul (4-fosforyloxy-N, N-dimethyltryptamine, aka, [3- (2-trimethylaminoethyl) -1H-indol-4-yl] diwaterstoffosfaat). Psilocine verwijst naar het molecuul 4-hydroxy-N, N-dimethyltryptamine.

Geschiedenis van psilocine

Archeologisch bewijs ondersteunt het gebruik van deze paddo’s die teruggaan tot 3000 voor Christus. Beelden uit prehistorische muurschilderingen en rotsschilderingen van het hedendaagse Spanje en Algerije suggereren dat het gebruik van psilocine van vóór de geregistreerde geschiedenis gebruikelijk was.

In Midden-Amerika werden de psychedelische paddestoelen al lang gebruikt in religieuze en profetische ceremonies, voor Spaanse kroniekschrijvers het gebruik ervan voor het eerst in de 16e eeuw documenteerde. In 1959 isoleerde de Zwitserse chemicus Albert Hofmann het actieve bestanddeel psilocybine uit de paddestoel Psilocybe mexicana.

De werkzaamheid van psilocine

Een typische recreatieve dosis is 10-50 mg psilocybine, die vervolgens door het lichaam wordt omgezet in psilocine. Een zeer klein aantal mensen is echter buitengewoon gevoelig voor de effecten van psilocybine, waarbij een drempeldosis van ongeveer 2 mg psilocybine resulteert in effecten die gewoonlijk gepaard gaan met een gemiddelde tot hoge dosis.

Op dezelfde manier zijn er mensen die relatief hoge doses nodig hebben om de normale effecten van een kleine dosis te bereiken. Hersenenchemie en het metabolisme van de gebruiker spelen een belangrijke rol bij de reactie van de gebruiker op psilocybine. Het is uiteindelijk de lever waar psilocybine wordt omgezet in psilocine. Psilocine zelf wordt afgebroken door het enzym monoamineoxidase.

Praktisch gezien is psilocybine een middel om psilocine in het lichaam actief te maken. Eén molecuul psilocybine wordt door het lichaam namelijk omgezet in één molecuul psilocine.

Tolerantie

Fysieke en mentale tolerantie voor psilocine treedt op en verdwijnt snel. Inname van psilocybine-producten als paddo’s of magic truffles meer dan drie of vier keer per week (in het bijzonder op opeenvolgende dagen) zou het effect sterk verminderen.

Laatste update 8 augustus 2019

Gerelateerde artikelen

Vond je dit artikel nuttig?

Need Support?
Can’t find the answer you’re looking for? Don’t worry we’re here to help!
Contact Support